‘Niets houdt zijn eigen aanschijn. De vernieuwster aller dingen,
Moeder Natuur, laat elke vorm ontstaan uit andere vormen.
Geen enkel ding in dit heelal, geloof me, gaat teloor,
maar wisselt en vernieuwt. Men spreekt van een geboorte,
als er iets anders aanvangt dan er was, en sterven is
ophouden met hetzelfde-zijn. En toch, het groot geheel
blijft wel bestaan, al schuift er nog zoveel van hier naar daar.’
(uit Metamorphosen, boek XV, Ovidius, 1-8 n.chr.)