“Cycloop, je vraagt mij naar mijn roemrijke naam. Die zal ik je zeggen. Maar dan krijg ik het geschenk, dat je me beloofd hebt. Niemand is mijn naam; Niemand noemen mij mijn vader en mijn moeder en al mijn vrienden.”
Uit: Odyssee
Van: Homerus
Uitgave: Atheneum-Polak en Van Gennip Amsterdam 2004
Af en toe overkomt het je. Je komt ergens, ziet of hoort iets en een paar seconden weet je niet meer dat je bestaat en wie je bent. Heel even val je samen met het kunstwerk dat je ziet of die paar maten muziek die je hoort. Een overtuigender manier om te ervaren dat het kunstwerk voor jou universeel is of zelfs al sluimerend een deel van jezelf was bestaat er niet. Het is een staat van zijn die woorden als verbazing, verbouwereerdheid, verrassing, verwondering ver achter zich laat. Als er dan geen woorden voor te vinden zijn moeten we ons gelukkig prijzen met het feit dat het ons overkomt.
Voor deze ervaring ben ik Jolanda Meulendijks zeer dankbaar. Nu ze er in een gesprek zelf de woorden Odyssee, rivier en reis aan heeft toegekend doe ik een stapje terug uit de betovering en neem plaats op de wijsgerige stoel die misschien ook wel iets weg heeft van de zetel van de wijsneus. Ik neem in deze schriftelijke reactie dan ook de vrijheid mijn eigen beperkingen te kiezen.
Het werk Odyssee van Homerus is een heldendicht over de terugtocht naar een geliefde. De Odyssee van Jolanda is de verbeelding van zowel de weg als de reis. Haar weg is bezaaid met stenen en zijn voor mij de symbolen van de onvermijdbare obstakels die een reis vergezellen. Het kunstwerk als geheel is de verbeelding van de reis zelf die de metafoor is van het leven. Deze reis is eindig zoals het kunstwerk laat zien. Het is echter de weg die het doel is. Zo verbeeldt het kunstwerk Odyssee voor mij zowel de eindigheid van het leven als het doel ervan dat niet zal worden bereikt omdat het onbenoembaar is.
Niemand, juli 2019
Juli 2019 betrad de schrijver van deze tekst de solo-expositie van Jolanda in Galerie Gerritse, Middelburg. Hij nam het gastenboek mee naar huis en schreef deze woorden over zijn ervaring met haar werk. Hij ondertekende met ‘niemand’.